Bij veel moderne motoren vermelden de installatie-instructies van de autofabrikant of de Gates-kits dat het nokkenastandwiel los moet zitten bij het instellen van de distributieriem. Door gebruik van het voorgeschreven afstelgereedschap, stelt u de motor in op de voorgeschreven positie (BDP of bovenste dode punt).Om de verdeling van de ditributieriemspanning vanaf het begin juist af te stellen, dient het nokkenastandwiel vrij te kunnen bewegen in de sleufgaten. In dit artikel beschrijven we de verschillende procedures en hun invloed op de verdeling van de belasting in de aandrijving.
Installatie-instructies
Bij bijna alle nieuwere motoren, en ook bij veel oudere modellen, moet u de bouten van het nokkenastandwiel – en mogelijks ook van de brandstofpomp – losdraaien, wanneer u de distributiespanning instelt. Raadpleeg de installatie-instructies van de autofabrikant of de Gates PowerGrip™-kit in kwestie om te weten te komen of dit het geval is. Wanneer u een beroep doet op deze laatste, kunt u ofwel de QR-code aan de buitenkant van de doos scannen met uw telefoon, ofwel de code van de verpakking op uw pc invoeren om toegang te krijgen tot alle specifieke informatie over de onderdelen in de doos.
Juiste handelwijze
Wanneer u op de juiste manier te werk gaat, d.w.z. wanneer u met een losse nokkenasschijf werkt, zal de distributieriem correct in de tanden van de nokkenasschijf lopen terwijl u de spanning instelt. De nokkenasschijf heeft ruimte om te bewegen, omdat deze door middel van het sleufgat achter de bout (welke los staat) langs kan bewegen en de riemspanning zo kan worden overgebracht naar
de belaste zijde van de aandrijving. Een blik op de onderstaande foto 's maakt dit meteen duidelijk. Omdat de nokkenas zelf geblokkeerd is met gereedschap, blijft de motor in de juiste positie (BDP). Dit geldt echter ook voor de brandstofpomp, wanneer wordt voorgeschreven deze te blokkeren.
Positie van de nokkenas voor het instellen van de distributieriemspanning
Positie van de nokkenas na het instellen van de distributieriemspanning
Foute handelwijze
Als het nokkenastandwiel echter niet van positie kan bewegen, heeft de distributieriem alleen spanning aan
de slappe zijde van de aandrijving. De belaste zijde van de aandrijving heeft op dat moment niet de juiste spanning. Als de motor met de klok mee wordt gedraaid bij de krukasschijf, moet eerst de riem worden aangespannen, waarna de nokkenasschijf zal bewegen. Vanaf dat moment is de motorpositie (BDP) niet helemaal juist, wat leidt tot een
kracht in de aandrijving die hoger is dan normaal wanneer de motor draait.
Positie van de nokkenas voor het instellen van de distributieriemspanning
Geen verandering in de positie van de nokkenasbout in het sleufgat na het instellen van de distributieriemspanning
Bij Gates ontwikkelen we onze distributieriemen voor gebruik onder specifieke omstandigheden. Als niet exact aan de voorwaarden wordt voldaan, zal devervangingsinterval niet gehaald worden. Wanneer de motor niet exact in BDP staat, zal dit leiden tot hogere belastingen in de aandrijving, waarbij de riem een hogere slijtage zal vertonen en bijgevolg de voorgeschreven vervangingsinterval niet zal halen.
Bij veel toepassingen leidt de hierboven beschreven onjuiste procedure bovendien tot een onjuiste positionering van de spanrol. Aangezien het nokkenastandwiel niet los staat, kan de distributieriem niet naar behoren in de tanden van de tandwielen lopen. Dit betekent dat de juiste naaldpositie eerder wordt bereikt dan voorgeschreven, waardoor de spanrol niet ver genoeg in de aandrijving beweegt en zich dus in een geometrisch onjuiste positie op het motorblok bevindt. Dit verandert de loop van de distributieriem en een optimale regelfunctie is dan ook niet langer gegarandeerd.
Belangrijke slotopmerking bij niet-ronde tandwielen
Bij aandrijvingen met niet-ronde tandwielen leidt de verkeerde aanpak tot extreme belastingen, omdat dergelijke tandwielen in perfecte harmonie moeten samenwerken.
Dit onderwerp wordt in een volgend artikel behandeld.